Categorieën
Terug in de taal

tabak drinken

Dat tabak invloed heeft op het organisme van een roker wisten ze vroeger al. Maar in tegenstelling tot nu werd toen in de eerste plaats naar de vermeende positieve effecten van het roken gekeken. Tabak had een zuiverende werking, dacht men. Of het was in elk geval een prima huismiddeltje tegen hoofd- of tandpijn. Of, gerookt op een nuchtere maag, tegen verstopping.

Toch waren ook vroeger al de negatieve kanten van tabaksgebruik bekend, en vanaf de 17de eeuw zijn er teksten te vinden die waarschuwen voor de gezondheids- en verslavingsrisico’s van het roken. Een kleine selectie:

Taback te veel gedronken,
Is in het graf gesonken. (Samuel Ampzing, 1630)

Ick heb een man gesien die alle daeg gewent was in de twintigh pijpen te drinken, het welck hy zoo langh dede, totdat hy sijnen adem niet meer halen en konde, en in de fluymen (…) ten lesten stickte. (Johan van Beverwijck, 1651)

Veele bekennen wel dat ’t veelvoudigh drincken van taback haer schaedlijck is, maer als men haer sulcks vertoont, soo geven sij tot antwoord: “sonder dit kruyd souden sij niet vrolijck van harten konnen zijn.” (Simon de Vries, 1682)

Hoe schaedlijck en giftigh dit Helsche roockwerck is, laet ick oordeelen degene die ’t geroocken hebben. (Hieronymus Benzo, 1703).

Het valt op dat de schrijvers het hier steeds hebben over tabak of pijpen drinken, niet over tabak of pijpen roken. Dat vinden we nu misschien vreemd, maar de manier waarop je tabaksrook inhaleert is inderdaad te vergelijken met het drinken van vloeistoffen: zuigend of slurpend. Een andere verklaring is dat aan roken eenzelfde soort effect toegekend werd als aan alcohol drinken: van beide word je licht in je hoofd. Vanaf de 18de eeuw ging men wel steeds vaker tabak roken gebruiken, in plaats van tabak drinken of tabak zuipen.


Meer lezen